geplaatst op 26 maart, 2024
Het begint al net buiten Peking. Het mooiste aan de Chinese muur is het panorama dat je ziet waarbij de muur als een reuze kronkelende draak over de heuvels kruipt. Een uitzicht om niet te vergeten.
China is bezaaid met bergen. In Tibet reis je langs 1 kant van de Himalayamuur naast Nepal, Bhutan en India, en de kleinste heuvel is er een stuk hoger dan de Mont Blanc. Ze delen de hoogste berg, Mount Everest, met Nepal. China is in het verre westen goed afgeschermd met buurlanden door een haag van sneeuwreuzen. In Tibet is Mount Kailash een pelgrims bestemming voor zowel boeddhisten als Hindoes.
Het karakter voor berg in het Chinees (en trouwens ook Koreaans en Japans) is Shan: 山. Met een goede verbeelding kan je er een bergketen in zien. Chinese kunst toont eeuwenlange inspiratie uit berglandschappen. Een klein dromend, beschouwend figuurtje, bij een pagode in een enorm groot landschap, kalligrafisch uitgeschilderd met inkt, een stukje tekst en een rode naamstempel. Huangshan, de Gele bergen nabij Shanghai is hier lang inspiratie voor geweest.
De beroemdste bergen op dit moment zijn misschien wel de ‘Avatar’ bergen in Zhangjiajie, Wulingyuan nationaal park, in de provincie Hunan. Een spectaculair natuurgebied waar de Chinezen liften en bruggen hebben gebouwd om het van verschillende viewpoints met weinig moeite te kunnen aanschouwen. De provincie Hunan alleen heeft naar verluidt 339 bergen die een hebben.
Hunan is lang een immens geïsoleerd gebied van veel canyons en verborgen valleien geweest. Daardoor heb je er vandaag nog verschillende minderheden die lang verborgen hebben gewoond. Vandaag zijn er wegen, snelle treinverbindingen, en grote bruggen gebouwd. Trots van dit gebied is de Aizhai brug, 1146 meter lang en 350 boven de grond. Een bezienswaardigheid op zich.
Misschien net iets beroemder, omdat ze al langer deel uitmaken van bijna elke China reis, is het karstgebergte in Yangshuo. De feeërieke landschappen in de Yulong vallei en langs de Li rivier zijn echt betoverend mooi. Wandelen en fietsen daar is bijna geen inspanning omdat je door zulke prachtige landschappen reist.
Er zijn Boedhistische en Taoistische bergen. Misschien net iets minder bekend maar je kunt prachtige wandelingen maken op Emeishan (Boedhistisch), Qingchengshan (Boeddhistische en Taoïstische kant), allebei te bezoeken vanuit Chengdu, al dan niet gecombineerd met een boeddha zo groot als de berg waaruit hij gebeeldhouwd naar de rivier zit te kijken; Leshan. Huangshan (niet te verwarren met Huashan nabij Xian) of de Gele bergen kan je mooi combineren met Shanghai en omgeving.
De Chinezen zijn altijd omringd en geïsoleerd geweest door bergen. Hun unieke natuur heeft dikwijls een spiritueel karakter. Mooi voor wandelaars is hoe ze overal stenen paden met bruggetjes, langs watervallen, een pagode … hebben aangelegd.
Een nadeel is dat ze teveel oppervlakte innemen en daardoor landbouw beperkt is. China is voor voedsel voor een groot deel afhankelijk van import. Er zijn teveel bergen.
– Bart Serneels. Specialist China, Japan & India.
Volg ons op onze socials voor meer inspiratie