geplaatst op 18 april, 2021
door Heidi De Koninck
In 2003 trok ik een eerste keer naar Brazilië. Een uur na aankomst in het hotel zat ik aan een strandbarretje met een caipirinha in de hand en had ik mijn eerste voorzichtige gesprek met enkele Brazilianen, doorspekt met taalmisverstanden door de beperkingen van het taalgidsje dat ik voor vertrek op de kop had getikt.
Twee maanden lang doorkruiste ik verschillende delen van het land, verkende de steden Rio de Janeiro en Salvador, bewonderde de natuurpracht van de Iguaçu-watervallen, ging op zoek naar jaguars en reuzenotters in de Pantanal en genoot van de uitgebreide kuststreek van Bahia tot Pernambuco.
Op het einde van deze reis kwam ik tot de vaststelling dat twee maand sowieso te weinig was om dit reusachtige land te kennen, dat ik een lichte – ok, toegegeven, eerder een zware – obsessie had gekregen met het land en dat de Portugese taal toch al iets beter begon te vlotten dan die eerste avond aan het strand van Copacabana.
Thuisgekomen galmden de bossa nova, samba, pagode, MPB en andere Braziliaans muzieksoorten onophoudelijk door de luidsprekers, kookte ik een Moqueca de peixe – een Braziliaans stoofpotje met vis – en begon eenvoudige boeken in het Portugees te lezen om de taal wat beter meester te worden. Maar vooral droomde ik van meer en nieuwe reizen naar dit tropisch en fascinerend land, met zijn wuivende palmbomen, vriendelijke bevolking en diversiteit.
Door de Europese migratie – voornamelijk Portugees maar ook Duits, het koloniale verleden en de oorspronkelijke indianenbevolking, is de vriendelijke Braziliaanse bevolking immens divers. In het zuiden van het land en Sao Paolo kan ik me met mijn blonde haren en blauwe ogen als een local voordoen, maar in het noordoosten val ik meteen door de mand.
Gelukkig was het niet de laatste keer, maar reisde ik nadien nog acht keer naar het land om er andere streken te verkennen. Al schommelend in mijn hangmat reisde ik de Amazonerivier af, trok naar koloniale stadjes in de staat Minas Gerais en ging op trektocht in de Chapada Diamantina. Intussen weet ik dat december niet de beste tijd is om naar het oogverblindende duinenlandschap van Lençois Maranhensis te gaan, maar wel onze zomermaanden en ben ik minder een oen dan weleer, als ik op feestje tussen dansende Brazilianen terecht kom.
Eind september organiseert Zuiderhuis de groepsreis Pais Tropical. Reisleidster Heidi toont je verschillende hoogtepunten van het land op haar tiende (jubileum) reis naar Brazilië. De reis is bijna volzet dus schrijf je snel op een van de laatste plaatsen, teken meteen in voor de reis van 2021 of bespreek met Heidi de mogelijkheden voor een individuele reis op maat.
Volg ons op onze socials voor meer inspiratie